Oefening 4

De leerlingen gaan zelf op zoek naar regels en formules van de vlakke figuren. De meeste kennen de regeltjes en formules al, maar het gaat erom dat de leerlingen zélf nog eens zoeken en dat ze dit op een leuke manier kunnen presenteren aan hun klasgenootjes.

 

De leerlingen kiezen een figuur en gaan hiermee verder. Ze werken in groepjes 2 om te vermijden dat er 2 of 3 leerlingen hetzelfde figuur kiezen.

Ze gaan op allerlei verschillende manieren opzoek naar de kleinste formules en kleinste regeltjes over die figuur die ze maar kunnen bedenken. Zodra ze de informatie en regeltjes gevonden hebben, gaan zij dit in een werkblaadje gieten voor hun klasgenootjes. 

Het werkblaadje wordt later in de klas gepresenteerd. Daarna worden ze afgedrukt en krijgt elke leerling een exemplaar van elk werkblaadje.

 

Eindterm 1 : De leerlingen hebben een positieve houding en zijn bereid om ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. 

De leerlingen gaan op het internet op zoek naar allerlei informatie. Zij leren het internet apprecieëren omdat het zoveel kan bieden. 

 

Eindterm 2 : De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.

De leerlingen gaan gericht op zoek naar informatie. Zij hebben respect voor het materiaal waar zij mee werken. Ze werken met 2 in een groepje, dan is het niet de bedoeling om te kibbelen of wilde bewegingen te maken nabij de computer en zijn toebehoren. 

 

Eindterm 5 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. 

De leerlingen kiezen zelf de lay-out van hun werkblaadje en de manier waarop ze het presenteren (powerpoint, word, ...).

 

Eindterm 6 : De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.

De leerlingen zoeken informatie op over hun vlak figuur en gebruiken deze informatie die ze vinden om hun werkblaadje op te stellen. 

 

Eindterm 7 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. 

De leerlingen gebruiken eender welk programma om hun werkblaadje op te stellen en zij gebruiken het smartboard om dit te presenteren aan de klas. 

 

Eindterm 8 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. 

De leerlingen gebruiken het smartboard en het programma waarmee ze hun werkblaadje hebben opgesteld om dit voor te stellen aan de anderen van hun klas. 

 

Wiskunde (eindtermen leerplan VVKBaO): 

MK15 Vlakke figuren vergelijken en classificeren volgens zelfgekozen kenmerken. 

MK16 Bij vierhoeken de eigenschappen van de zijden (evenwijdigheid en gelijke lengte) en de hoeken (soorten hoeken engelijke grootte) onderzoeken (leggen, vouwen, knippen...) en verwoorden en de vierhoeken benoemen met de termen: 

a) vierkant, rechthoek

b) ruit, parallellogram, trapezium

MK19 Vierhoeken: 

a) vergelijken volgens de eigenschappen van zijden en hoeken 

b) classificeren volgens toenemend of afnemend aantal eigenschappen

MK20 Bij driehoeken de eigenschappen van de zijden (gelijke lengte) en de hoeken (soorten hoeken en gelijke grootte) onderzoeken (leggen, vouwen, knippen...) en verwoorden en de driehoeken benoemen (gelijkbenige, ongelijkbenige, gelijkzijdige, scherphoekige, rechthoekige, stomphoekige)

MK22 Driehoeken : 

a) vergelijken volgens de eigenschappen van zijden en hoeken 

b) classificeren

MK23 Cirkels herkennen en benoemen, de eigenschap van de cirkel (elk punt van de omtrek van een cirkel ligt evenver van het middelpunt) onderzoeken (meten, vouwen, knippen...) en verwoorden en een cirkel tekenen met een passer 

MK25 Vlakke figuren omstructureren (opdelen in en/of omvormen naar gekende vlakke figuren) 

 

- Leerlingen zien in dat je over alle dingen kan communiceren. 

- Leerlingen zien dat op het internet bijna alles te vinden is. 

- Leerlingen zien in dat alles dat op het internet staat, niet te vertrouwen is, vanwege hun voorkennis over de regels en formules.