Oefening 2

Situering:

Je hebt bij oefening 1, met jouw groepje of alleen, alle mogelijke informatie over een instrument opgezocht. Deze informatie heb je dan netjes in een tekstdocument gezet. 
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je iets gaat doen met de informatie die je hebt opgezocht. Stel, jij bent voor 1 dag juf of meester, en je geeft een lesje over 'de dwarsfluit'. Je kan natuurlijk niet de hele dag over de dwarsfluit vertellen. Je gaat dus informatie moeten selecteren! Wat moeten de leerlingen volgens jou zeker onthouden over jouw instrument? Wat vind jij echt belangrijk? Deze informatie ga je gebruiken om een powerpoint te maken. Een powerpoint over jouw instrument die je later aan de klas gaat voorstellen. 
 

Verantwoording van de leergebiedoverschrijdende eindtermen ICT: 

Eindterm 5 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. 
De leerlingen gebruiken het programma Powerpoint om de informatie die ze in de voorgaande opdracht hebben verzameld, voor te stellen. De leerkracht heeft geen bepaald sjabloon opgesteld en de leerlingen mogen hun powerpointpresentatie zelf aankleden. 
 
Eindterm 7 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. 
Zodra de Powerpoint klaar is kunnen de leerlingen deze aan elkaar gaan voorstellen in de klas. Dit gebeurd aan de hand van het smartbord/de projector dat in de klas aanwezig is. 
 
Eindterm 8 : De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. 
De leerlingen brengen de verzamelde informatie over op de andere leerlingen van de klas. 
 
Muzische vorming (eindtermen muziek en beweging): 
2.3* De leerlingen kunnen openstaan voor hedendaagse muziek, muziek uit andere tijden, andere landen en culturen. 
 

Kwaliteitsverhogend omdat: 

- Kinderen leren werken met powerpoint, iets wat ze ongetwijfeld meermaals in hun leven moeten gebruiken. Welke richting ze ook uitgaan.

- Kinderen leren op een leuke, muzische manier omgaan met technologie.